Bij gebruik van een strikt decimale of andersoortige nummering van de koppen is het in feite niet nodig de verschillende kopniveaus in de kopij qua vormgeving van elkaar te onderscheiden. Uiteraard zal de vormgever of opmaker dit onderscheid later wel maken. Bij koppen die niet genummerd zijn kunnen de verschillende niveaus in het bestand worden gemarkeerd door gebruik van vet, cursief en vetcursief.
Vermijd het gebruik van verschillende lettertypen door elkaar (dus bijvoorbeeld niet Times naast Arial): vaak vallen de oorspronkelijke lettertypen weg bij het importeren in de opmaak, en verdwijnt daarmee ook het gemaakte onderscheid.
Typ koppen niet geheel in kapitalen (hoofdletters): koppen die in de uiteindelijke vormgeving niet kapitaal behoren te zijn moeten dan extra worden bewerkt, omdat van in kapitalen getypte tekst meestal niet zonder meer onderkast (‘kleine letters’) valt te maken.
Een iets bewerkelijker, maar ‘foolproof’ methode voor het markeren van de verschillende kopniveaus is het in de hardcopy (zie do/don’t 8) aanstrepen van de koppen met verschillend gekleurde viltstiften.